Op een zaterdagmorgen,
na een potje golf op Hooge Graven, besloot ik om eens een kijkje te nemen op
een sportpark in Ommen. Ik kende Ommen alleen van mijn Golf- en Countryclub en
de Hema-worstenverkopers van mijn vrind Youp. Om niet herkend te worden ging ik
incognito.
Zo kwam ik
terecht op sportpark “de Rotbrink” alwaar ik mijn Bentley parkeerde op een
grote parkeerplaats. Omdat ik wel zin had in een kopje koffie moest ik kiezen
tussen drie gebouwen wat later kantines bleken.
Wat een glamour!
Bij de meest
linkse stond een man een blauwwitte vlag te hijsen en wilde net met een emmer
kalk richting de velden lopen toen ik hem vroeg waar ik een kopje koffie kon
krijgen. Hij wees mij de meest linkse kantine aan, degene waar hij net de vlag
voor stond te hijsen. Ik wilde daar naar binnen en brak mijn benen zowat over
en hele grote sporttas vlak voor de deur. Van de persoon kreeg ik te horen dat dit de tenues waren van
een elftal. Wat een glamour!
In mijn tijd
moest mijn moeder een oud overhemd van pa in de clubkleur verven.
Doorgelopen in de
kantine stond een jonge man achter de bar te zweten en na mij gelukkig niet
herkend te hebben bestelde ik een kop koffie. Op mijn vraag wat het nou
verdiende zo’n baan achter de bar, vertelde hij mij dat dit vrijwilligerswerk
was.
Wat een glamour!
De jongelui aan
de tafels hadden in een paar minuten meer rommel gemaakt dan mijn kleinkinderen
in een week voor elkaar kregen en toen de trainer ze riep om mee te gaan, bleef
dit allemaal achter op de tafels en ging de aardige meneer achter de bar dit
achter hun derričre opruimen.
Wat een
glamour??????
Opeens hoorde ik
de barman, die Herman bleek te heten, zeggen; há Dröge! Een beetje geschrokken,
met het idee dat mijn vermomming niet goed genoeg was, keek ik verbaasd om
omdat de familie die ik had allemaal in het westen woont en ik niet wist dat
hier ook een Dröge woonde. Het was een jongeman met een zwarte map onder de
arm, die zichzelf later voorstelde als de leider van het eerste en André van
Drogen heette. Na uitleg te hebben gekregen waarom hij Dröge genoemd werd was
mij een en ander duidelijk. Het was geen misbruik van mijn naam. Op mijn vraag
waar het eerste elftal dan was antwoordde hij dat deze op zondag voetballen. Op
mijn vraag wat hij hier dan deed zei hij; voorbereiding van komend seizoen...
Vrijwilliger? Ja!
Wat een glamour!
Door mijn
overdreven interesse in het sportpark, stelde hij voor om na de koffie een
rondleiding te geven op het sportpark en ik was zeer nieuwsgierig. In de
kantine vroeg ik hem wat de blauwe bordjes aan de wand betekenden en na uitleg
moest hij mij het antwoord schuldig blijven waarom er maar zo weinig hingen.
Buiten gekomen zag ik een bord staan met alle businessclubleden en ik zei dat
ik het mooi vond dat deze bedrijven zichzelf aanmelden. Hierop was het antwoord
van deze “Dröge” dat dit niet vanzelf ging, maar dat hier ook vrijwilligers mee
bezig waren om deze leden te werven.
Wat een glamour!
Het bord stond
achter een blauw-wit geverfde buizen omheining en de functie hiervan vroeg ik
mij af, want het gras ernaast was platgetrapt en een paadje van de kantine naar
de velden was duidelijk te zien. Bij het zogeheten hoofdveld keek ik mijn ogen
uit; rondom reclame borden, mooie dugouts en gekalkte lijnen. Weer kreeg ik
hetzelfde antwoord: vrijwilligers die zich er voor inzetten.
Wat een glamour!
Doorgelopen naar
de kleedkamers struikelde ik over een paar omgekeerde bezems en ook vroeg ik
mij af wat die rubber matten naast de deuren voor functie hebben, navraag
leerde dat deze bezems en matten er voor waren om de schoenen zandvrij te
maken. Waarom er in de kleedkamer nog zoveel zand lag was mij dus een raadsel.
Om de twintig
centimeter hing er aan de muur een haakje om de kleren op te hangen.
Wat een glamour!
Er ontbraken ook
een paar. Hadden ze geen goeie schroeven gebruikt en/of waren de kleren te
zwaar? André zweeg....
Deze kleedkamer
had douches! Elke kleedkamer had douches! Met warm water! In mijn voetbaltijd
was het een ronde wasbak met koud water.
Wat een glamour!
Hoe de gaten in
het plafond van de douche kwamen was mij een raadsel...... en André zweeg weer.
Zullen we even op het trainingsveld kijken? Ja lijkt me leuk. Ik zag twintig
personen zweten en gaf nonchalant een trapje tegen een net met voetballen. Op
mijn vraag of een ieder zijn eigen bal mee moest nemen verschoot André van
kleur. Nee, ook deze werden voor de spelers beschikbaar gesteld.
Wat een glamour!
Moest de bal die
net in de bossen geschoten werd dan niet opgehaald worden? Ja, dat doen ze na
de training. Kunnen ze hem dan weer vinden? Niet altijd. En dan? Eh....... dan
wordt het vanzelf weer een keer aangevuld. Deze Dröge kreeg terwijl hij dat
vertelde het schaamrood op de kaken, mede omdat ik zei dat dit allemaal wel
heel gemakkelijk gaat.
Hij stelde voor
om terug te keren naar de kantine en de rondleiding te beëindigen. Op de
terugweg nog even gezwaaid naar de man die de vlag hees en nu witte lijnen op
het veld aan het maken was. Ik durfde het bijna niet te vragen, maar ook dit
was een vrijwilliger.
Wat een glamour bij
OVC’21 !
Teruggekeerd in
de kantine was de barman Herman inmiddels aan de andere kant van de bar van
zijn welverdiende biertje aan het genieten, terwijl een nieuwe vrijwilliger het
tappen had overgenomen.
Na een drankje en
het bedanken van jullie Dröge, die mijn vermomming allang door zei te hebben,
keerde ik moe maar voldaan terug naar mijn eigen Wassenaar..., alwaar ik met
een kruik op mijn hoofd alle belevenissen van die dag nog eens rustig door
nam.....
Gaat het weer een
beetje meneer Dröge?
Met vrindelijke
groet,
G.J. Dröge (de
enige echte!)